
De duisternis en het licht zijn nooit echt van elkaar gescheiden, zelfs al ervaren wij ze als afzonderlijke momenten. Op aarde zien we de zon opkomen, hoger en hoger klimmen, totdat ze verdwijnt en de nacht haar plaats inneemt. Maar daarboven, in de ruimte waar geen horizon bestaat, omhult het licht zachtjes het donker, alsof ze fluisterend hun eeuwenoude dans voortzetten in een ongrijpbare stilte. Ze leven naast elkaar, onafscheidelijk en eeuwig in balans.
Deze onophoudelijke dans onthult dat ons leven gekleurd wordt door de lens waarmee we kijken. Als kinderen bewegen we vrij en onbevangen, zonder de last van verklaringen of plannen. Elk moment raakt ons, als een onverwachte zonnestraal na regen, en we ontdekken met een verwondering die zich nergens door laat begrenzen. Maar naarmate we ouder worden, leren we onderscheid te maken: goed en slecht, licht en donker, vreugde en pijn. Hoe meer we zoeken naar zekerheid en controle, hoe sneller we verstrikt raken in de illusie dat we alleen naar het licht moeten reiken en het donker moeten ontwijken.
In onze drang om pijn te vermijden en geluk te manifesteren, verliezen we de verbondenheid met onszelf, met elkaar en met de wereld om ons heen. We raken gespannen en rusteloos, omdat we geloven dat we continu moeten doen of verbeteren. We zoeken betekenis in externe zaken—succes, bezit, erkenning. Net als een ruimtevaarder die in zijn capsule ronddraait, focussen we ons op knoppen, metingen en protocollen om zo de perfecte koers te houden. We nemen aan dat veiligheid ligt in het opnieuw afspelen van oude scenario’s of in een zorgvuldig uitgestippelde route naar een verre horizon. Maar het blijft een leeg gevoel: of we nu methodes ontwikkelen, protocollen volgen of proberen rust en ontspanning met dezelfde gedrevenheid te cultiveren, die diepe, wezenlijke rust waarnaar we verlangen, blijft buiten bereik.
Onze onrust is geen vijand die we moeten wegduwen of onderdrukken. Het is een fluistering van binnen, een uitnodiging om balans en verbinding te zoeken. Wanneer we de paradox van donker en licht leren omarmen, ontdekken we dat innerlijke vrijheid niet ligt in het doen, maar in het simpelweg zijn. Een staat van zijn waarin je moeiteloos door je innerlijke ruimte beweegt, terwijl gedachten, gevoelens en emoties als sterren in een stille nacht voorbij trekken—sereen, ongedwongen, vrij. Wanneer je de moed vindt om die ruimte te betreden—de stilte tussen je gedachten, de leegte achter je emoties—openbaart zich daar een onuitputtelijke bron van rust, vrede en helderheid. Zoals het licht eeuwig schijnt in de ruimte, zo is deze tegenwoordigheid altijd in jou aanwezig.
Verhalen
Ook al dansen we alleen door ons innerlijke heelal, het zijn juist de momenten waarop ervaringen ons diep raken, nieuwe inzichten onze horizon verbreden en de verhalen van anderen ons vertrouwen geven, die ons doen beseffen dat we allemaal deel uitmaken van hetzelfde kosmische verhaal. We reizen nooit echt alleen. Zo bereiken we de grens van het onbekende—een plek waar licht en donker niet strijden, maar in harmonie samenvloeien. Hier voelen we hoe een natuurlijke flow ons moeiteloos verbindt en vangen we soms een glimp op van wie we werkelijk zijn. Zoals licht zich altijd opnieuw breekt in ontelbare tinten, onthult ons innerlijke universum steeds weer nieuwe lagen van onszelf. Deze veelkleurigheid herinnert ons eraan dat elke schaduw een bron van licht in zich draagt.
Zo blijven we reizen, zwevend tussen licht en donker, terwijl het onbekende ons uitnodigt om dieper te kijken, om vollediger te voelen, en om ons te laten meevoeren door de dans van het universum. Reis je met ons mee?
Ruimtevaarder 2020 van Stef Bos (bron: Ruimtevaarder 2020)

